Voorbeelden

Tim, 8 jaar, is volgens zijn moeder onhandig en chaotisch. Hij heeft coördinatie- en planningsproblemen. Samen wordt een plan opgesteld zodat Tim zelf structuur kan toevoegen aan zijn uitvoering van activiteiten; Wat ga je doen? – Hoe ga je het doen? – Aan de slag! – Hoe is het gegaan? Dit plan is onderdeel van de CO-OP methode en wordt overal (therapie, school, thuis) toegepast zodat Tim zélf de probleemoplosser wordt.

Anne, 4 jaar, komt bij de ergotherapie met de vraag of er gewerkt kan worden aan de kleutervaardigheden. Anne vindt knutselen écht niet leuk. De ergotherapeut gebruikt de KOEK om in kaart te brengen hoe schoolse vaardigheden zoals knippen en kleuren gaan. Anne blijkt onvoldoende fijnmotorische vaardigheden te hebben om potlood en schaar goed te kunnen hanteren. Door middel van makkelijke en leuke spelletjes wordt de uitvoering verbeterd en gaat ook Anne’s motivatie met sprongen vooruit.

Jeroen, 10 jaar, heeft een onduidelijk handschrift. De ergotherapeut neemt bij hem het CCHAP af, een instrument om het schrijven goed in kaart te brengen. Hieruit blijkt dat Jeroen veel moeite heeft om zonder lijntjes en op tempo te schrijven. Met wat kleine oefeningen en aanpassingen in de liniatuur verbeterd Jeroen zijn eigen handschrift.

Arthur, 6 jaar, wordt verwezen naar de ergotherapeut omdat hij moeite heeft met zelfstandig aan- en uitkleden. Hij heeft hypermobiele gewrichtjes in zijn hand en kan daardoor niet altijd de juiste hoeveelheid kracht inzetten. De ergotherapeut oefent samen met Arthur de voor hem beste manier van het sluiten van knopen en veterstrikken. Ook leert zij hem een geschikte manier van brood smeren zodat hij het wèl zelf kan.

Roos, 10 jaar, heeft moeite om rustig op haar stoel te blijven zitten. Na observatie en uitproberen van verschillende middelen blijkt dat Roos veel baat heeft bij het zitten op een wiebelwigkussen.

Hein, 3 jaar, vindt het vervelend om zand aan zijn vingers te voelen en eet niets met zijn handen. De ergotherapeut onderzoekt welke prikkels Hein wel kan verwerken en bouwt zo de vaardigheden stap voor stap op. Adviezen worden aan ouders gegeven hoe zij tijdens speel- en eetmoment op spelenderwijze vooruitgang kunnen boeken. Aan het einde van het behandeltraject eet Hein kleine stukjes sappige peer en speelt hij zittend op het randje van de zandbak.